Reisorganisatie? Dat zijn we helemaal niet nodig!

11 mei 2018 - Kayunga, Oeganda

Daar zijn we alweer, dit zijn jullie niet gewend hè. Zomaar twee dagen achter elkaar een blog. We hebben wat in te halen..

Vrijdagochtend, tijd om op weg te gaan richting Ssese-Island. Om daar te komen zouden we eerst met een taxibusje naar Kampala gaan en vanaf daar zouden we met een Uber (Ja, ook in Uganda werkt dit) naar Entebbe gaan om daar de veerboot te pakken naar het eiland. We vertrokken goed op tijd, want de boot gaat maar eén keer per dag en vol is vol. De reis ging tot nu toe eigenlijk erg voorspoedig, we waren mooi op tijd bij de boot, twee uur te vroeg zelfs. We registreerden ons vast, alleen het kopen van het ticket kon pas later. Prima, we zochten een plekje in het gras bij het meer waar we onze tijd opvulden met het kijken naar het water, het eten van koekjes en het praten met mensen die zich voor de verandering weer om de Muzungu’s heen hadden verzameld.

Toen het bijna tijd was liepen we richting de boot en ineens kwamen we erachter dat het ticket niet bij de boot was, maar dat we dat apart nog moesten halen. Heerlijke communicatie, heerlijk gedaan Sharon en Manon! Snel haastten we ons naar het loketje en hier hadden de kaartjesverkoopsters totaaaal geen haast, nu begonnen we hem dan toch wel een beetje te knijpen… Is er nog een plekje voor ons? Gaan we het nog op tijd redden?

Ja, gelukt! Na het bemachtigen van een ticket liepen we snel weer richting de boot. Zo geplet we ons soms voelen in de taxibusjes, zo voelden we ons ook in de boot. Aangezien we lekker op tijd waren met het kopen van ons kaartje waren er geen zitplaatsen meer vrij en zat er niks anders op dan te staan voor een drie uur durende vaartocht. Sharon had zich inmiddels boven op haar koffertje gesetteld. Tijdens deze vaartocht vroegen we ons nog even af hoe het zou gaan als er ook maar iets met de boot zou gebeuren, reddingsbootjes waren niet te zien en zoveel mensen op dit schip… Nouja, maar niet teveel aan denken en rustig blijven staan. Na een tijd gingen enkele passagiers het dek op en mochten wij plaats nemen op hun zitplek. Yess, dit was wel even fijn! Het laatste stuk konden we dan toch nog even zitten.

Toen we het eiland langzaamaan naderden vroegen we ons toch een beetje af of er ergens aangeschreven stond waar ons hotel zou zitten, want daar hadden we natuurlijk geen idee van. Eenmaal de boot afgestapt, zagen we met grote letters de naam van het hotel, precies naast de opstapplaats van de veerboot, een meevaller dus! Nadat we bij eén van de tafeltjes waren gaan staan om ons in te checken bleek er geen kamer voor ons te zijn.. sorry, we zagen jullie mailtje een beetje te laat en we hebben dus geen kamer. Ohnee… wat nu? De boot gaat vandaag niet meer terug? Het is Pasen, dus alle andere hotels zullen ook wel vol zitten..

Maar toen was daar onze redder in nood, een Nederlandse man. Op de boot hadden we al even met elkaar gepraat, want Nederlanders die pik je er hier zo uit natuurlijk. Zij hadden eén kamer gecanceld en tadaaa, daar was onze kamer! Vervolgens duurde en duurde het nog wel weer een tijd voordat we onze sleutel kregen, want het is hier blijkbaar heel gewoon om voor te dringen voor Muzungu’s. In alle winkeltjes en dus ook hotels gaan mensen voor ons. Elke keer laten we het maar weer gebeuren en wachten we als geduldige Nederlanders onze beurt af. Hoewel we daar beide nu wel een beetje klaar mee waren. Daarentegen waren ook de receptionisten niet erg snel.. met zijn drieën achter een tafeltje de taak van eén persoon te vervullen. Manon werd een beetje geïrriteerd en vroeg daarom aan eén van hen of het haar eerste dag was. De vrouw snapte deze grap niet echt en ging er bloedserieus op in. Uiteindelijk was daar dan Ronnie, de drukke hotelmanager die heen en weer aan het vliegen was om ervoor te zorgen dat alle gasten het goed hadden. Hij zorgde er even voor dat ook wij eindelijk konden betalen en de sleutel kregen. Zo, we zijn binnen. Even het licht aan doen.. hmm, die doet het niet. Laten we direct Ronnie maar even opzoeken, want ja anders is het straks ook helemaal donker. Al snel werd een elektriciënmannetje gestuurd, hij probeerde een lamp te verwisselen en draaide wat aan de draadjes, maar dit mocht niet helpen. Toen kwam daar een andere medewerker van het hotel, deze jongen had blijkbaar een helder moment gekregen, dat er ook nog een lichtknopje achter het gordijn zat, en tada er was licht!  Voor het avonddiner gingen we naar de eetzaal, of nouja hier is dat meer een schuur met plastic tuintafels. Volgens de Nederlandse man die we op de boot troffen leek het meer op een kamp en ging hij de volgende dag er maar eens op uit of er op dit eiland ook nog ergens normaal te eten was.

Na lekker geslapen te hebben voor de verandering naast elkaar in plaats van boven elkaar was het tijd om het eiland te verkennen. We besloten dit eerst samen te voet te ontdekken. In de veronderstelling dat we waarschijnlijk van zelf iets tegen kwamen. Niets was ook minder waar toen er een man met een vrolijk gekleurd pak op de boda kwam aanrijden. Hij verzorgde tours op het eiland en hij kon aan ons zien dat we zin in een tour hadden. Deze zelfde ochtend had hij al een tour met een groep mensen. Aan deze tour zouden wij ons wel kunnen toevoegen. Dat leek onze beide een goed plan. Gezellig met nog wat andere mensen het eiland verkennen. Hij zou ons ophalen vanaf de opstapplaats van de boot. We hadden in de tussentijd nog even tijd om wat spullen te pakken en ons klaar te maken. Terwijl we dit aan het doen waren dachten we na over wie de andere mensen van de tour konden zijn. We waren beide aan het hopen dat het niet de irritante Indiërs waren. Deze zaten bij ons in hetzelfde hotel en waren de avond ervoor ons al opgevallen. Ze kwamen veeleisend en arrogant over. Maar beide dachten we dat dit wel heel toevallig zou zijn. Toen we inmiddels bij de opstaplaats zaten te wachten. En de vijf Indiërs ook aan kwamen lopen. Zakte de moed ons een beetje in de schoenen. En ja hoor we gingen samen met de Indiërs op tour. Zij kregen na een boel geregel een auto en wij gingen achterop de boda. Aangezien het regenseizoen is in Oeganda begon het dan ook behoorlijk te regenen. We gingen eerst een stukje de jungle in en konden genieten van al het groen om ons heen. Daarna was het steeds harder gaan regenen en zat er niks anders op dat opgepropt in de auto te gaan. Een van de Indiërs achter het stuur en gaan! Toen we weer bij dezelfde kruising als die ochtend uitkwamen. Besloot de Indiër dat het verstandig was om weer de weg in de slaan waar we vanochtend gestart waren. Waarop Sharon geïrriteerd mompelde: ‘’Daar komen we toch net vandaan…. Daar is niks! Wat denk jezelf!’’ Heerlijk dat we hier in het Nederlands soms ongegeneerd over andere mensen kunnen spreken. Dit zullen we weer missen wanneer we weer in Nederland zijn.

Volgende stop is een uitkijkpunt boven op de berg. Bij het uitstappen uit de auto ziet Sharon een schattig wit konijntje. Aangezien dit een paasweekend is verteld ze enthousiast aan ons: ‘’Look! An easter bunny!!’’ Maar helaas dat kennen ze hier niet. En Sharon haar grap werd op Manon na niet gewaardeerd. We besloten verder te lopen want daar zouden we een Million dollar view gaan ervaren. Uiteraard waren dit de enthousiaste woorden van onze Tourguide Abraham, vader des vaders. Maar niks was minder waar het uitzicht was erg mooi! Het was alleen jammer dat het steeds harder begon te regenen waardoor Sharon ging schuilen onder een bananenblad. We vervolgden onze tour en stranden bij een fietsen/boda maker om te schuilen voor de regen. Toen we daar even verloren aan het zitten waren. Kwamen we erachter dat er iets niet helemaal in orde was met de auto. En er een ergens van het eiland een nieuwe accu moest gehaald worden. De Indiërs raakten echter steeds meer geïrriteerd. Inmiddels waren en zijn we erg gewend aan de gang van zaken in dit land. En dat wachten te helft van de tijd er nu eenmaal bij hoort. Maar deze Indiërs hadden dit nog niet helemaal door. Ze werden steeds gefrustreerder en begon meer en meer te klagen tegen Abraham. Waarop Sharon ook geïrriteerd antwoorde: ‘’We have holiday! Relax, it will be fine!’’. Deze opbeurende woorden leken niet echt te helpen. Maar nadat er een mannetje met een accu op een boda aankwam leek de stemming weer wat gedraaid. En toen deze accu veilig in de auto geplaatst was konden we weer verder gaan.





De auto was weer goed gevuld en wij zaten heerlijk achter op de boda. We reden nu een lang hobbelend stuk door de palmboom plantage. Van de vruchten van deze bomen wordt cooking oil gemaakt. We reden dwars door schattige dorpjes waar kinderen vrolijk uit hun huis kwamen rennen om te zwaaien naar deze Muzungu’s. Hier genoten wij enorm van, maar we hadden het idee dat onze Indiaanse vrienden het wat minder op prijs stelden. Maar goed daar hadden we niks mee te maken. Eenmaal aangekomen bij een ander schattig dorpje was het even tijd om daar iets te gaan eten. Al snel hadden we bedacht wat de maaltijd moest worden. Een echte Oegandese Rolex (chapati met gebakken ei en tomaat). Voor ons was deze keuze snel gemaakt. Onze vrienden hadden alleen wat langer tijd om uit te zoeken wat ze wilden eten en of het wel aan alle eisen zou gaan voldoen. Wij vermaakten ons in de tussentijd wel met de lokale kinderen. Toen vertelde Abraham dat we wel al vast een stukje vooruit konden gaan lopen. Want het zou met deze Indiërs nog wel even duren. Dat zijn niet de gemakkelijkste mensen voegde hij hieraan toe. Wij vonden dit prima en liepen alvast vooruit naar de plek die Abraham had verteld. Na verloop van tijd zaten we echter al best lang te wachten. En vroegen we ons af waarom het zo lang duurde. Hadden onze vrienden nog steeds geen ‘’goed’’ eten gevonden of waren ze het weer ergens niet mee eens? Na een tijdje kwamen twee van de Indiërs onze kant op lopen. Ze vertelden ons dat er weer iets met de auto was. En dat het daarom zo lang duurde. In de tussentijd probeerde we een praatje met elkaar te maken. Om erachter te komen wat we beide in dit land aan het doen waren. Maar al snel bleek dat Engels voor deze Indiërs een probleempje was tot Manon haar grote verbazing. Vervolgens kwam mister Bean (één van de Indiërs die op mister Bean leek) naar beneden gereden op de boda om ons op te halen. Weer aangekomen bij de rest van de groep gaf hij ons zijn kaartje. Ze werkten namelijk bij een fabriek die plastic verpakkingsmateriaal maakten. En wij waren uiteraard van harte welkom op deze fabriek. Sharon pakte het kaartje aan en zei tegen Manon: ‘’Ja dat gaan we dus lekker niet doen hé!’’. Uiteraard hoefde we hier geen discussie over te voeren en was deze keuze snel gemaakt. Maar we lachte vriendelijk naar Mister Bean alsof we het serieus in overweging namen.

De Indiërs werden teruggebracht in een andere auto. En wij sprongen weer achter de boda. Wederom drie dikke mensen achterop een boda. Niet altijd even comfortabel, maar wel gezellig. Deze keer reden we echter weer naar het Hotel. Want de Indiërs hadden nog een programma op het strand. Terwijl wij nog achterop de boda zaten kwamen we de auto met de jongens tegen die de Indiërs weer thuis hadden gebracht. Ze praten wat met Abraham en gaven aan dat ze liever ons in de auto hadden gehad. Na de hele dag met deze Indiërs op pad te zijn geweest konden we ons hier iets bij voorstellen. Maar na een gezellige tocht kwamen we weer aan bij ons hotel. Waar we lekker konden uitrusten op het strand en genieten van de zonsondergang. Inmiddels hadden we al van verschillende kanten gehoord dat er dichtbij het hotel een discotheek was, wat erg leuk was. En ook door verschillende hotelgangers waren we al gepolst of we daar ook heen gingen. Dit leek ons zeker een goed plan, hoewel we op dit soort avonden wel een beetje spijt hebben van onze kleding die we meegenomen hebben deze kant op. Ons kledingassortiment bestaat namelijk uit lekkere wijde, losse, Jet-yoga broeken. Maar goed, over deze gêne hebben we ons al een beetje overheen gezet. Na wat gegeten te hebben gingen we eerst nog maar even op bed liggen, voor die tijd was er namelijk toch nog niet echt iets te doen. Tot onze schrik schrokken we om half twee wakker… oké, als ware oma’s waren we in slaap gevallen. Na een blik in de spiegel geworpen te hebben was de conclusie dat we nu helemaal niet meer weg konden en gingen we maar weer verder slapen.

De volgende dag bedachten we dat we nog enkele dingen van het eiland wilde zien. Vader Abraham had ons namelijk ook iets verteld over een grot en een geheim strandje, dit wilde we wel eens zien. Dus belden we hem op voor nog een dagje boda-tour. Deze keer ging er een familie mee in een auto, alles beter dan die zeurende Indiërs. En op zich, zo’n auto bij de hand was zo gek nog niet, want ook deze dag regende het verschillende keren, deze auto’s konden we dan goed als schuilplaats gebruiken. De eerste stop was weer eén van de mooie uitzichten. Terwijl we plek namen op de heuvel begon vader Abraham met vertellen over de geschiedenis en de cultuur van het eiland. Ook vertelde hij het verhaal over Masaka. ‘Masaka is the spirit of the lake.’ Want wanneer je op het eiland s ’nachts ineens muziek hoort, kun je wel gaan kijken maar je ziet niks. Het is de geest. Wanneer je s ‘nachts mensen hoort gillen en je gaat kijken, zie je niks. Het zijn mensen die ooit verdronken zijn op zee, het is de geest Masaka. Hij ging helemaal in op het verhaal over de geest van het meer. Het was maar goed dat we elkaar nu niet aan konden kijken, anders was het wel erg lastig geweest om niet in proesten uit te barsten. Na dit spirituele verhaaltje vervolgden we onze tocht.

Inmiddels begon het harder te regenen en trokken we onze mooie poncho’s aan. Ook deze poncho’s konden deze regen niet weerhouden en daarom schuilden we in de auto, bij de andere familie. Maar toen, begon de auto ineens te roken en moesten we dus opnieuw stoppen en wachten. Gelukkig weet bijna iedereen die hier een auto bestuurt ook redelijk hoe je problemen met de auto op moet lossen. Opzich wel fijn als je je weer ergens in de middle of nowhere bevindt. Na wat gepruts en gedoe was het gelukt, de auto kon weer gebruikt worden. Op weg naar de volgende bestemming.   Na een tijdje rijden stapte we uit voor de zogenaamde ‘short walk’, we liepen langs een kerkje en vervolgden een klein stukje van onze route te voet. Tijdens deze wandeling kwam er een klein jongetje op Sharon afgerend en knuffelde haar. Echt zo’n moment dat je denkt, acht jochie, jij mist een beetje liefde, kon ik je maar meenemen. Na even geknuffeld ging de tocht weer verder. Beide vinden we het erg mooi dat de toeristische tochtjes nooit helemaal los staan van de echte realiteit en genieten we van het zien hoe de lokale bevolking leeft. Na het kerkje bezocht te hebben ging de autotocht verder naar de jungle, waar we een stukje doorheen liepen, een volgende ‘short walk’. Na een korte wandeling in het mooie bos naderden we een strandje. Afgelegen, verlaten maar toch had het iets heel moois. Met nog eén stop te gaan gingen we weer op weg. De laatste stop was een grot, de familie was inmiddels weer terug naar het hotel. Dus nu waren het alleen nog ‘drie dikke mensen op een boda-boda’ die de tour vervolgden. Om hier te komen reden we eerst door een klein vissersdorpje, Abraham had inmiddels door dat we genoten van de lokale bevolking en we reden met de boda langs de kleihuisjes, tussen de was van de mensen door en toverden glimlachjes op de gezichten van de kinderen. ‘You guys, you made the Easter of the children’ was wat hij zei. Na weer een tijdje gereden te hebben waren we bij de grot aangekomen. Bij aankomst zagen we al dat de andere toeristen die op dat moment bij de grot waren geen schoenen aan hadden en op blote voeten op een soort vloerbedekking gemaakt van lange stukken gras stonden. De grot was laag dus kruipend gingen we naar binnen, een mooie plek om te zitten. Lekker rustig en om ons heen hoorden we het water langs de rots naar beneden druppen. Vader Abraham kwam weer met een leuk verhaal, over dat mensen in een geest geloven en offers brengen naar deze grot, wat voor geluk zou zorgen. Door bijvoorbeeld een uit hout gesneden kano te geven, zou het je helpen op het meer met je vissersbootje, dat deze niet kapseist. Na weer een mooie dag gehad te hebben op de boda-boda liepen we nog even over het strand en ja… opnieuw werd het scenario van het willen uitgaan, maar in slaapvallen herhaald. Hoe we nog zo tegen elkaar zeiden, we gaan nu niet weer slapen de hele avond hoor, ging het toch mis. Nouja, zijn we in ieder geval goed uitgerust voor de terugweg.

De boot zou s ’ochtends om half negen vertrekken…..(dachten we). Daarom namen we ons voor om tegen half acht vast een kaartje te kopen voor de boot, zo waren we in ieder geval mooi op tijd. Onderweg naar de boot zagen we tot onze schrik ineens allemaal mensen op de boot staan, uhm.. misschien gaat hij toch al eerder. We besloten dat Manon de kaartjes zou halen en Sharon als een speer terug naar de hotelkamer zou gaan om de koffers in te pakken. Want ja, deze boot gaat maar eén keer per dag, dit kunnen we niet missen. Toen Manon bij het loketje stond bleek inderdaad dat de boot iets na half acht zou vertrekken. Terwijl Sharon haastig de spullen aan het pakken was hoorde ze Manon hijgend aan komen rennen. ‘Ja, de boot gaat dus nu al!!’ Hop hop, de koffer dicht, tassen pakken en rennen maar. Met het koffertje in de hand renden we over het strand heen naar de boot, het koffertje heeft ook niet helemaal overleefd en is een beetje gesneuveld, maar goed hier konden we op dit moment even geen rekening mee houden. Opgelucht waren we dat we op de boot stonden, we hadden het gehaald.

Maar toen… Sharon besefte ineens dat ze in alle haast haar telefoon op het bed in de hotelkamer had laten liggen. Beide zochten we nog in de tas en de koffer, maar ze wist het eigenlijk wel zeker. We twijfelden nog even wat we moesten doen van de boot af gaan?, toch vertrekken en een andere keer maar terug? Maarja, de reis was wel ver, niet een plek waar we zo direct weer zouden komen. Manon tikte een mevrouw van de security aan. ‘Hello, the phone of her is still in the hotelroom.’ De vrouw verontschuldigde zich, maar deelde duidelijk mee dat de boot echt weg zou gaan. Naast de vrouw stond nog een andere medewerker van de boot, deze jongeman had door dat deze Muzungu haar telefoon wel degelijk terug moest hebben en liep naar de kapitein om hem te polsen. Nee, de kapitein was ook duidelijk, we moeten gaan nu. Toch ging de man op de laadklep staan en seinde naar Sharon dat ze snel moest komen om te gaan. Ze rende de boot af en sprong achterop een bodaboda, ze crosten over het strand op naar het hotel. De driver vroeg waar de kamer was, maar ze maakte hem duidelijk dat ze eerst personeel moest vinden voor de sleutel. ‘Oh, oh, oh.’ Antwoorde hij. Gelukkig kwam het personeel al naar buiten rennen en in een galopje renden de twee personeelsleden naar de receptie voor de sleutel. Sharon stond inmiddels al op de veranda van het huisje, de vrouw gooide de sleutel. Sharon opende de kamer, trok het laken van het bed en tadaaa daar was hij. In de haast zei ze maar snel goodbye tegen de personeelsleden en liet de deur open. Dit alles terwijl Manon nog steeds op de boot stond en maar hoopte dat de boot zou wachten. Sharon sprong weer op de bodaboda en met dezelfde snelheid crosten we terug naar de boot. Manon zag in de verte de blonde haren van Sharon wapperen en dacht ja, ja het is gelukt. Op het moment dat Sharon naar de boot rende begon de bodadriver natuurlijk over geld. Uh ja, Manon had alles bij haar en tijd hadden we niet meer. Gelukkig vond Sharon nog wat geld in haar telefoonhoesje, hier neem maar, tot ziens. Voordat Sharon de boot weer op rende stond daar ineens Vader Abraham die nog even polste of alles goed was gegaan en wenste ons een prettige reis terug. Nadat Sharon terug was op de boot met zo’n 300 anderen kon de boot dan eindelijk vertrekken…oeps..

Gelukkig ging de rest van de reis iets voorspoediger, hoewel we door dit avontuur natuurlijk wel weer moesten staan op de boot. Echter kon dit ons niet zoveel schelen, we waren al lang blij dat we aan boord waren. Dit was een goede afsluiting van een geslaagd weekend!

8 Reacties

  1. Gea Huitema:
    11 mei 2018
    Weer een mooi verhaal dames, wat toch een belevenis
  2. Evelien:
    11 mei 2018
    Heerlijk, die verhalen.
    Geniet er van!!
  3. Alie Pen:
    11 mei 2018
    Jullie kunnen wel een boek schrijven !
    Wij genieten iedere keer weer!
    Groetjes van F&A
  4. Opa en Oma Blokzijl.:
    12 mei 2018
    Weer genoten van jullie belevenissen.
  5. Annet:
    12 mei 2018
    Mooi om te lezen!!ik had wel om het hoekje willen kijken ha ha.
    Maar jullie blijven relaxt...weer mooie ervaring die jullie niet snel zullen vergeten..
  6. Lusan:
    13 mei 2018
    Alsof ik aan het meerennen was om zo snel mogelijk de telefoon op te halen! Ik voelde de spanning en het geluk om op te zijn! Geweldig geschreven en fantastisch om het zo mee te mogen beleven!
    Liefs
  7. Yvonne:
    13 mei 2018
    Nu pas gelezen, maar al n gedeelte van het verhaal van je mama gehoord Manon!!
    N geweldig paasweekend gehad, super!!
  8. Jan en Martje:
    15 mei 2018
    Zo beeldend geschreven hahaha!